Kom niet te laat maar loop voorop met het zorgclustermodel!
Het huidige DBC systeem in de GGZ lijkt uitgespeeld te zijn door de afwezigheid van potentie om doorontwikkeld te worden en de aanwezigheid van groter wordende tekortkomingen. Daar waar in 2008 de transitie naar de DBC-systematiek een noodzakelijke stap naar verbetering was, is de huidige situatie in de bekostiging van de geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg rijp voor een soortgelijke stap. De NZa heeft in 2015 het initiatief genomen in de zoektocht naar een efficiënter en inhoudelijk beter bekostigingsmodel. De uitkomst: het zorgclustermodel.
De financiering op basis van DBC’s kent een scala aan gefundeerde kritiek. Hier volgen enkele belangrijke minpunten. De DSM-classificatie is te sterk leidend in de bekostiging van geleverde zorg. De DSM is ontwikkeld om uniformiteit in het classificeren van stoornissen te waarborgen, niet om als indicator voor de financiering van zorg te dienen. Dit heeft als gevolg dat de zorgvraag van een patiënt onvoldoende centraal staat. Tevens is de voorspelbaarheid van de financiering onvoldoende met als gevolg dat zorgaanbieders en zorgverzekeraars met liquiditeitsproblemen kampen. Een laatste kritiekpunt is dat de complexiteit van de DBC-systematiek voor steeds hoger wordende administratieve lasten zorgt voor zorgprofessionals, zorgaanbieders en zorgverzekeraars.
Al langere tijd bestaat er kritiek op de dominante rol van de diagnoseclassificatie in de bekostiging en verzekerde prestaties. Psychosociale en andere factoren die wellicht meer zeggen over de zorgvraagzwaarte en de daarbij passende behandeling spelen een ondergeschikte rol. Daar waar de symptomen horende bij een klachtenbeeld nu leidend zijn, gaat de financiering middels zorgclusters de beperkingen, gedragsproblemen en sociale problemen een gelijkwaardige rol geven in het vaststellen van de zorgvraag. Deze zorgvraag wordt in de nieuwe systematiek vastgesteld door middel van de HoNOS+ vragenlijst (zie onderstaande afbeelding).
In het zorgclustermodel wordt de zorgvraag van de patiënt gegroepeerd op basis van de aard en ernst van het probleem. Dit heeft als gevolg dat niet langer de klinische diagnose, maar de zorgvraag leidend is. Geen pakket aan zorgminuten aan de hand van een diagnose maar een flexibel zorgaanbod gericht op de specifieke zorgbehoefte van de patiënt. Regiebehandelaren kunnen tijdens het zorgtraject op- of afschalen qua frequentie en intensiteit naar aanleiding van de uitkomst van de ingebouwde evaluatiemomenten.
De zorgbehoefte van de patiënt wordt gemeten aan de hand van de HoNOS+. Het invullen van deze vragenlijst door de behandelaar resulteert in een zorgprofiel met een bijbehorend zorgcluster. Het model kent drie superclusters, namelijk X: niet psychotisch, Y: psychotisch en Z: organisch. Elk supercluster kent een onderverdeling in clustergroepen, die vervolgens weer onderverdeelt worden in een totaal van 21 zorgclusters. Elk zorgcluster representeert een zorgvraagzwaarte van een patiënt en daarmee een vaste prijs voor de diagnostiek en behandeling.
In opdracht van de NZa is een grote hoeveelheid GGZ- en forensische zorginstellingen begonnen met het implementeren van- en registreren in de zorgclustertool. In eerste instantie leek de pilot voornamelijk extra administratieve lasten op te leveren. Echter profiteren de instellingen die zich gecommitteerd hebben aan de pilot of er actief mee bezig zijn van enkele essentiële voordelen.
Wij ondersteunen je graag met advies!