527 woorden – 4 minuten lezen
Vanaf 1 januari veranderen de regels rond arbeidscontracten en ontslag. Dit wordt geregeld in de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). Met de WAB wil de regering de kloof tussen vaste contracten en flexibele arbeid verkleinen. Oproepkrachten en payrollwerknemers krijgen door de WAB meer zekerheid. Daarnaast wordt het volgens de regering aantrekkelijker voor de werkgever om hun werknemer een vast contract aan te bieden.
De komende tijd brengen we je op de hoogte van de invloed van de WAB op jouw organisatie en de te nemen maatregelen. Hieronder hebben we alvast de belangrijkste wijzigingen voor jou op een rijtje gezet.
1. Ontslag: cumulatie van ontslaggronden
De WAB introduceert een negende ontslaggrond: de cumulatiegrond. Op dit moment kan je als werkgever een arbeidsovereenkomst met een werknemer alleen beëindigen als je aan één van de acht ontslaggronden volledig voldoet. Op grond van de negende nieuwe ontslaggrond is het mogelijk meerdere gronden bij elkaar op te tellen. Hier hangt wel een prijskaartje aan: indien de kantonrechter ontbindt op grond van de cumulatiegrond heeft hij de mogelijkheid aan de werknemer een extra vergoeding toe te kennen van ten hoogste de helft van de transitievergoeding.
Op grond van de WAB heeft de werknemer, vanaf de eerste dag dat het dienstverband heeft geduurd, recht op een transitievergoeding. Op dit moment ben je als werkgever alleen verplicht een transitievergoeding te betalen als het dienstverband ten minste 24 maanden heeft geduurd. Een voordeel is dat de transitievergoeding wel wordt verlaagd.
De WAB beoogt de rechtspositie van oproepkrachten te versterken. De termijn waarbinnen een werknemer kan worden opgeroepen wordt daarom beperkt. De oproepkracht is alleen verplicht te komen werken als een werkgever hem tenminste vier dagen van tevoren oproept. Als je binnen deze periode van vier dagen de oproep intrekt, ben je alsnog loon verschuldigd aan de oproepkracht.
Daarnaast ben je als werkgever verplicht aan oproepkrachten die twaalf maanden bij jou werkzaam zijn geweest een vaste arbeidsomvang aan te bieden. Deze moet gebaseerd zijn op de gemiddelde arbeidsduur in de twaalf voorafgaande maanden.
De maximale periode van de keten wordt weer uitgebreid naar drie jaar. Onder de WAB is het mogelijk om drie contracten aan je werknemer aan te bieden in een periode van drie jaar. Op dit moment kan je ook drie contracten aanbieden, maar dit moet je wil binnen een periode van twee jaar doen. Als je deze termijn overschrijdt wordt het ‘bepaalde tijd contract’ automatisch een ‘onbepaalde tijd contract’. Deze verandering zou de kans dat dat werknemer uiteindelijk een contract voor onbepaalde tijd krijgt moeten verhogen, omdat – zo meent de regering – de werknemer meer kans heeft om werkervaring op te doen.
Werkgevers zullen voor werknemers met een contract voor onbepaalde tijd een lagere WW-premie betalen dan voor werknemers met een flexibel contract. Met deze aanpassing wil de regering werkgevers stimuleren om meer werknemers een contract voor onbepaalde tijd aan te bieden. Het verschil tussen de hoge en lage WW-premie zal 5 procentpunt bedragen. Het hogere tarief zal gelden voor dienstverbanden anders dan het contract voor onbepaalde tijd. De premie geldt dus ook voor ‘bepaalde tijd contracten’.
Legal Consultant & Salarisadministrateur
Legal Consultant
Salarisadministrateur