Vanaf 1 januari 2024 worden er een aantal veranderingen doorgevoerd in de wet- en regelgeving met betrekking tot salaris- en HR-administratie. Deze wijzigingen hebben directe gevolgen voor de invulling van het personeelsbeheer en de loonadministratie.
Voorbereid op 2024
Wet- en regelgeving wijzigingen in de HR en salarisadministratie per 1 januari 2024
Cure4 heeft voor haar klanten een aantal voorbereidingen getroffen om ervoor te zorgen dat zowel Cure4 als haar klanten in lijn blijven met de nieuwe wet- en regelgeving. Wij hebben de benodigde voorbereidingen alvast voor je op een rijtje gezet. Mocht je als organisatie behoefte hebben om met de salarisadministratie en HR consultants te sparren of overweeg je om de salarisadministratie uit te besteden, neem dan vrijblijvend contact op. Wij staan klaar om je te helpen!
In dit artikel lees je meer over:
- Wettelijk minimumuurloon
- Wet toekomst pensioen
- 30%-regeling
- Reiskosten onbelast per 2024
- Vergoeden OV-abonnement eenvoudiger
- Minder vrije ruimte werkkostenregeling
- Afschaffing lage inkomensvoordeel en loonkostenvoordeel oudere werknemers
- Alle premies van 2024 op een rijtje
- Alleenstaande ouderenkorting breed toepasbaar
- Laatste jaar verlaging fiscale bijtelling elektrische auto
- Thuiswerkvergoeding omhoog
- Werkgeversverklaring 2024
- Loondoorbetalingsverplichting voor zieke AOW’er naar 6 weken
- Subsidieregeling praktijkleren is ook komende 4 jaar beschikbaar (BBL)
Wettelijk minimumuurloon
Vanaf 1 januari 2024 geldt er een minimumuurloon, dat voor iedere werknemer gelijk is, ongeacht de lengte van de normale werkweek. Dit is het gevolg van de ‘Wet invoering minimumuurloon’. Een werknemer die 36 uur per week werkt, ontvangt op dit moment een hoger uurloon dan een werknemer die 40 uur per week werkt op basis van een voltijds contract. De wetswijziging heeft tot gevolg dat werknemers die het minimumloon verdienen en meer dan 36 uur per week werken, meer gaan verdienen. Dit kan dus naast de reguliere verhoging van het minimumloon per 1 januari en 1 juli leiden tot hogere loonkosten.
Voor organisaties die AFAS gebruiken is er in de update aangekondigd dat er één loonschaal komt voor het minimumuurloon, genaamd ‘Minimumloon per uur’. Alle Profit CAO’s zijn geüpdatet naar versie 20230301, inclusief nieuwe tabellen. Op 1-1-2024 worden medewerkers gekoppeld aan bepaalde minimumloonschalen geconverteerd naar de nieuwe loonschaal 100.010.707.
Formeel bestaat er geen minimumloon per maand meer. Maar de overheid erkent wel dat het niet altijd wenselijk is om het minimumloon maandelijks te laten variëren, afhankelijk van het aantal werkbare uren per maand. Een minimumloon per maand wordt dus wel toegestaan, maar het kennisdocument van de overheid beschrijft een nieuwe rekenmethodiek: Aantal werkbare dagen per jaar * (uren per week / dagen per week) * 13,27 euro / 12 maanden. En het eindresultaat afgerond op twee decimalen naar boven. De overheid biedt daarnaast ruimte om uit te gaan van een jaarurensystematiek. Mocht je meer interesse hebben in deze berekeningen en ontwikkelingen, neem dan vrijblijvend contact op en we vertellen je er graag meer over.
Wet toekomst pensioen
Dat het pensioenstelsel binnenkort ingrijpend zal veranderen, is nu een feit, aangezien de Eerste Kamer op 30 mei 2023 heeft ingestemd met de invoering van de Wet toekomst pensioenen. De wet is al op 1 juli van dit jaar ingegaan, maar er is een jaar uitstel om de overgang te realiseren, tot uiterlijk in 2028. Pensioenen worden individueler en bewegen mee met de beleggingsresultaten. Dat kan een beter pensioen opleveren, maar er zijn wel meer risico’s. Werkgevers krijgen de plicht om werknemers te begeleiden bij keuzes en moeten zich daarop goed voorbereiden.
Een belangrijke datum in deze wet is 1 januari 2024. Per deze datum gaan namelijk al bepalingen gelden die voor jou van belang (kunnen) zijn:
- De wettelijke maximale startleeftijd in de pensioenregeling gaat omlaag van 21 naar 18 jaar. Dit betekent dat vanaf 2024 alle medewerkers vanaf 18 jaar automatisch deelnemen aan de pensioenregeling (indien dit niet al het geval is).
- De wachttijd komt te vervallen en drempelperiodes (een periode waarin iemand nog geen pensioen opbouwt, veelal van toepassing in de uitzendsector) mag maximaal acht weken duren.
30%-regeling
Aftoppen op WNT-norm
Per 1 januari 2024 geldt dat de 30%-regeling nog maar mag worden toegepast tot de maximale bezoldiging zoals bepaald in de Wet normering topinkomens (de WNT-norm). AFAS zal de looninrichting hiervoor met de jaarovergang aanpassen, omdat op dit moment nog niet bekend is hoe de aftopping precies berekend moet worden. Er geldt een overgangsregeling voor medewerkers waarvoor de 30%-regeling in het laatste tijdvak van 2022 werd toegepast. Voor hen hoeft tot 1 januari 2026 niet te worden afgetopt.
Afbouwen naar 20% en 10%
Er is door de Tweede Kamer een amendement aangenomen om de 30%-regeling verder te versoberen. De versobering houdt in dat de 30%-regeling per 1 januari 2024 voor de eerste 20 maanden kan worden gesteld op maximaal 30% van het loon. Voor de daaropvolgende 20 maanden gaat het om maximaal 20% van dat loon en de daaropvolgende 20 maanden maximaal 10% van het loon. In de loop van december 2023 zal duidelijk worden of dit definitief wordt ingevoerd.
Reiskosten onbelast per 2024
Het fiscale maximum voor de onbelaste vergoeding per kilometer is per 2023 aangepast van 19 cent naar 21 cent. De verwachting is dat dit 23 cent wordt per 2024, maar dit zal aan het eind van dit jaar officieel bevestigd worden.
Of je als werkgever de verhoging van de overheid gaat volgen wordt ofwel door de cao bepaald of door de organisatie zelf. Als het in de cao bepaald wordt, en je gebruikt AFAS als organisatie, dan zou dit automatisch meegenomen worden in een update.
Vergoeden OV-abonnement eenvoudiger
Op dit moment mag je een OV-abonnement onbelast vergoeden of verstrekken als er voor minimaal de abonnementskosten zakelijk mee gereisd wordt. Dit kan aangetoond worden door dit aannemelijk te maken of door afspraken te maken over nacalculatie.
Vanaf 2024 mag je een OV-abonnement onbelast vergoeden of verstrekken als de werknemer het abonnement ook, ongeacht de mate waarin, gebruikt voor zakelijk reizen en/of woon-werkverkeer. Deze wijziging maakt het onbelast verstrekken van OV-abonnementen eenvoudiger.
Minder vrije ruimte werkkostenregeling
In 2023 geldt over de eerste schijf in de Werkkostenregeling (WKR) een vrijstelling van 3%. Deze regeling stelt werkgevers in staat om onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers te geven, zolang deze binnen de vastgestelde vrije ruimte vallen. De vrije ruimte is het gedeelte van de loonsom waarover werkgevers belastingvrij vergoedingen mogen geven.
Vanaf 2024 zal de vrijstelling voor de eerste schijf in de WKR dalen naar 1,92%. Dit betekent dat werkgevers in dat jaar een kleiner percentage van de loonsom kunnen gebruiken voor onbelaste vergoedingen en verstrekkingen. Boven de eerste schijf bedraagt het percentage vrije ruimte in 2024 1,18%.
Afschaffing lage inkomensvoordeel en loonkostenvoordeel oudere werknemers
Het jeugd-LIV wordt afgeschaft per 1 januari 2024, een jaar eerder dan de afschaffing van het reguliere lage inkomensvoordeel (LIV), dat per 1 januari 2025 wordt beëindigd.
Met ingang van 1 januari 2024 daalt de bovengrens van het uurlooncriterium van het LIV van 125% naar 104% van het wettelijk minimumloon (WML). Tot en met 2023 is een van de voorwaarden van het LIV dat het gemiddeld uurloon over een kalenderjaar tussen de 100% en 125% van het WML ligt. Deze aanpassing van het uurlooncriterium heeft gevolgen voor de berekening en toekenning van het inkomensvoordeel voor werkgevers.
Daarnaast staat per 1 januari 2026 de afschaffing van het loonkostenvoordeel (LKV) voor oudere werknemers gepland. Deze beslissing komt voort uit de beperkte doelmatigheid van de regeling. Werkgevers kunnen tot dat moment nog profiteren van het LKV als zij werknemers van 56 jaar of ouder in dienst nemen vanuit een uitkering. Het afschaffen van het LKV voor oudere werknemers benadrukt een verschuiving in beleid en prioriteiten op het gebied van arbeidsmarktstimulering.
Premies 2024
De Regeling tot vaststelling premiepercentages werknemers- en volksverzekeringen, maximumpremieloon werknemersverzekeringen en opslag kinderopvangtoeslag 2024 is op 20 november 2023 gepubliceerd in de Staatscourant. Voor het jaar 2024 zijn de premiepercentages als volgt vastgesteld:
- Het premiepercentage voor de algemene ouderdomsverzekering (AOW): 17,90%.
- Het premiepercentage voor de nabestaandenverzekering (Anw): 0,10%.
- Het maximum premieloon bedraagt voor een loontijdvak van een jaar € 71.628.
- Het premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf), lage premie: 2,64%.
- Het premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf), hoge premie: 7,64%.
- Het premiepercentage Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo): 0,68%.
- Het hoge premiepercentage Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof): 7,54%.
- Het lage premiepercentage Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof): 6,18%.
- De premieopslag tot dekking kinderopvangtoeslag: 0,50%.
- De minimumloonsomgrens Whk sector Grootwinkelbedrijf wordt € 7.324.006.
Alleenstaande ouderenkorting breed toepasbaar
Per 1 januari 2024 mogen werknemers bij het laten toepassen van de loonheffingskorting ook de alleenstaande ouderenkorting laten verwerken door de werkgever. Dit is een verandering ten opzichte van voorgaande jaren, waarin de alleenstaande ouderenkorting tot en met 2023 uitsluitend werd toegepast door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) bij de uitbetaling van de Algemene Ouderdomswet (AOW).
Om de alleenstaande ouderenkorting door de werkgever te kunnen laten toepassen, ondergaat de “Model opgaaf gegevens voor de loonheffingen” een aanpassing. Daarnaast zal ook de modelloonstaat veranderen vanaf 2024. Het is van belang voor werkgevers om op de hoogte te zijn van deze wijzigingen en tijdig hun administratieve processen aan te passen. Als binnen de organisatie eigen formulieren worden gebruikt, is het raadzaam om deze tijdig te herzien om in lijn te blijven met de nieuwe regelgeving.
Laatste jaar verlaging fiscale bijtelling elektrische auto
Voor volledig elektrische auto’s die een eerste tenaamstelling krijgen in 2024 geldt een verlaagd bijtellingspercentage van 16 procent (tot een maximale cataloguswaarde van 30.000 euro).
Het jaar 2024 markeert tevens het laatste jaar waarin er een verlaagde bijtelling van toepassing is voor elektrische auto’s. Vanaf 2025 geldt voor alle auto’s met een eerste tenaamstelling het reguliere bijtellingspercentage van 22%.
Het bijtellingspercentage zoals is vastgesteld bij de eerste tenaamstelling blijft ook na 2024 voor een maximale periode van 60 maanden van toepassing.
Thuiswerkvergoeding omhoog
De onbelaste vergoeding voor thuiswerken stijgt per 2024. Waarschijnlijk naar 2,35 per thuiswerkdag, maar dit is nog niet definitief.
Werkgeversverklaring
Jaarlijks brengt de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) een nieuwe versie uit van de Werkgeversverklaring. Voor het jaar 2024 is de nieuwe versie beschikbaar. Een belangrijke toevoeging aan deze versie betreft het inkomensgedeelte. In deze sectie is nu de regel ‘Structureel flexibel budget, vrij besteedbaar en alleen geldelijk uit te keren’ opgenomen.
Deze specifieke toevoeging is relevant omdat het aangeeft dat bepaalde flexibele budgetten die werknemers ontvangen, structureel zijn, vrij besteedbaar zijn en alleen in geld kunnen worden uitgekeerd. Het benoemen van dit soort details in de Werkgeversverklaring is van belang voor hypotheekaanvragen waarbij het inkomen van de aanvrager een cruciale rol speelt.
Subsidieregeling praktijkleren is ook komende 4 jaar beschikbaar (BBL)
Leerbedrijven die gebruikmaken van de subsidieregeling praktijkleren kunnen de komende 4 jaar rekenen op de continuïteit van deze financiële tegemoetkoming. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft laten weten hiervoor extra middelen te reserveren in de eerste suppletoire begroting 2023. Het betreft in 2023 een bedrag van 15 miljoen euro, en tussen 2023 tot en met 2027 gaat het om 60 miljoen euro. De subsidieregeling geldt voor alle mbo-opleidingen (bbl, derde leerweg, maatwerk- en incompany). Daarnaast is de regeling ook van toepassing op hbo associate degrees en op hbo bachelor- en masteropleidingen in de vakgebieden techniek, gezondheidszorg en gedrag en maatschappij. Het bedrag dat wordt uitgekeerd is afhankelijk van het aantal bbl-studenten, wordt achteraf aangevraagd en komt neer op ongeveer 2700 euro per leerling.
Loondoorbetalingsverplichting voor zieke AOW’er naar 6 weken (per 1 juli 2023)
De termijn voor het recht op loondoorbetaling van een zieke werknemer met de AOW-gerechtigde leeftijd is sinds 1 juli 2023 6 weken voor nieuwe ziektegevallen. Tot die tijd betaalden werkgevers zieke AOW’ers nog tot 13 weken het loon door bij ziekte. Nu zal na 6 weken het opzegverbod wegens ziekte niet meer gelden. Let op, voor een AOW’er die op 1 juli al ziek was, blijft de termijn van 13 weken gelden. Voor ziektegevallen die op of na 1 juli ontstaan, geldt de termijn van 6 weken.
Er zijn dus een aantal wijzigingen waar je als organisatie al een aantal voorbereidingen op kunt treffen. Bij Cure4 kan je rekenen op ondersteuning en advies van onze salarisadministratie en HR-consultants. Mocht je overwegen om de salarisadministratie uit te besteden of gewoon behoefte hebben aan advies, neem dan vrijblijvend contact met ons op. Wij helpen je graag verder!